In blijde verwachting heette het vroeger, maar tegenwoordig lijkt het wel in angstige afwachting. Tjonge, wat mag je veel niet als je zwanger bent. Niet roken, zeer matig met alcohol (hooguit een paar glazen per week) en met je handen uit de kattenbak blijven herinner ik me van lang geleden, maar in de periode tussen onze kinderen en onze kleinkinderen is er heel veel meer bij gekomen dat je niet mag.
Tegenwoordig geen rauwmelkse of blauwe kaas meer, geen lever (dus ook geen paté), geen oesters, geen paling, geen gerookte zalm (of was het verse zalm?), geen zachtgekookte eieren, geen pinda’s. Het risico van deze etenswaren voor jezelf of voor je baby is vrij gering, zeker als je het vergelijkt met het oversteken van een zebrapad. Maar ja, baat het niet dan schaadt het niet, denken de meesten en houden zich braaf aan de voorschriften.
Maar pas op dames (en heren,natuurlijk), het eind is nog lang niet in zicht. Nieuwe bedreigingen voor ongeboren en pasgeboren kinderen dienen zich aan en jullie, als hoeder van hun toekomstige gezondheid en welzijn, worden geacht die zoveel mogelijk het hoofd te bieden.
Begin juni publiceerde het Britse Royal College of Omstetricians and Gyneacologists een pamflet – pardon een ‘scientific impact paper’ – over de blootstelling aan hormoonverstorende chemicaliën met daarin nog meer producten die je moet vermijden tijdens zwangerschap en borstvoeding.
Het gaat onder meer om producten voor persoonlijke verzorging, zoals cremes, lotions, cosmetica, parfums en shampoos; om schoonmaakmiddelen en luchtverfrissers; om verpakt voedsel en anti-aanbakpannen en om meubelen en tapijten. Het gaat onder meer om ftalaten, BPA (bisphenol A), PCB’s (polychloorbifenyl), PBDE’s (polybroomdifenylether) en PFC’s (perfluorverbindingen) en andere griezelige afkortingen. Ongeborenen worden via het bloed van de moeder blootgesteld aan die stoffen, terwijl pasgeborenen ze met de moedermelk binnen krijgen.
Wat het effect is van die gifcocktail weten we eigenlijk niet, zo geven ook de verloskundigen en gynaecologen toe in hun rapport. Maar je weet maar nooit. Er zijn onderzoeken die een verband suggereren met ADHD, leerproblemen, obesitas, kortom alle moderne kwalen. En dat wil je als aanstaande moeder niet op je geweten hebben. Een aanstaande moeder moet zich toch bewust zijn van de potentiële risico’s waaraan ze haar foetus/baby blootstelt, schrijven de ze letterlijk in hun rapport.
Het advies is misschien goedbedoeld, maar slaat de plank volledig mis. Om te beginnen is er geen serieus bewijs dat blootstelling van foetus of baby aan minuscule concentraties van deze stoffen (we hebben het over een miljoenste van een miljoenste gram per liter) enig effect heeft op zijn/haar latere gedrag of gezondheid.
De verloskundigen en gynaecologen doen verder ook geen enkele poging om die risico’s te kwantificeren, het blijven potentiële risico’s. In dat verband constateert Linda Geddes, reporter van New Scientist, een merkwaardig verschil op in de omgang met bekende en onbekende risico’s. Ze doet dat in blog op de website van The Guardian (“Pregnant women have enough worries without adding sunscreen to the list”). Terwijl we ons angst aanlaten jagen door minieme risico’s als het eten van blauwe kaas tijdens de zwangerschap of – nu dus – de blootstelling aan schoonmaakmiddelen, zien we er geen been in dat (vaak oververmoeide) jonge ouders hun baby in een kinderzitje te snoeren voor een autorit met een veel groter risico van een (fataal) ongeval.
Is het al ondoordacht van de verloskundigen en gynaecologen om zwangere vrouwen en jonge moeders op stang te jaren met angstaanjagende verhalen over de chemicaliën waaraan ze hun kind blootstellen, nog kwalijker wordt het als je je realiseert, dat die (aanstaande) moeders weinig of niets kunnen doen om die zogenaamde risico’s te voorkomen. Negen maanden je haar niet wassen of je huis schoonmaken; uit de zon blijven; geen vlees of ei bakken; niet op bezoek bij mensen, omdat ze misschien een luchtverfrisser in de WC hebben en zeker geen nieuwe meubelen of nieuwe auto aanschaffen. En dan nog doe je het niet goed, want het valt niet uit te sluiten dat je langs andere weg, bijvoorbeeld de verpakking van de vleeswaren, alsnog in aanraking komt met die enge stoffen.
Wat ik me afvraag of de goedbedoelende verloskundigen en gynaecologen zich realiseren hoeveel stress ze veroorzaken bij aanstaande en jonge ouders over die potentiële, maar onbewezen risico’s. Hun van onheil zwangere bakerpraatjes lijken me vele malen schadelijker dan de minieme blootstelling aan die stoffen zelf.