Snel lezen

  • a
  • b

Gepubliceerd in…

Water is er genoeg op de wereld, maar niet overal in de gewenste hoeveelheid of van de gewenste kwaliteit. Aqueduct, een wereldwijde waterkaart van het World Resources Institute brengt de risico’s op overstroming, droogte en vervuiling in beeld en laat zien waar zich conflicten kunnen voordoen tussen watergebruikers.

De door smog geplaagde hoofdstad van China, Beijing, wacht met smart op de aanvoer van synthetisch aardgas om de luchtvervuiling te beperken. Het gas komt met een pijpleiding uit Binnen-Mongolie, waar het wordt gemaakt van daar ter plaatse gewonnen steenkool.
Een prima plan, want de luchtvervuiling in de Chinese hoofdstad vormt een ernstige bedreiging voor de gezondheid. Echter, ‘elk voordeel heb z’n nadeel’. Voor elke kubieke meter synthetisch aardgas is tussen de zes en tien kubieke meter water nodig. En zoveel is er niet beschikbaar de half-woestijn van Binnen-Mongolie. Volgens Wen Hua van het World Resources Institute (WRI) – geciteerd in de South China Morning Post – leidt de grootschalige productie van aardgas uit steenkool daarom tot ernstig tekorten aan water en kunnen conflicten met herders en boeren niet uitblijven.

Binnen-Mongolie is niet de enige regio waar een botsing dreigt tussen boeren en energieleveranciers. Een recent rapport van het Amerikaanse bureau Wood Mackenzie, toepasselijk ‘Troubled Waters’ gedoopt, noemt nog twee regio’s waar conflicten hoog kunnen oplopen. De ene is het Midden-Oosten, waar de waterbehoefte van de olie-industrie de beschikbare hoeveelheid water overschrijdt. Concurrentie met voedselproductie kan niet uitblijven. De andere is het Midden-Westen van de Verenigde Staten. De maïs- en sojaboeren in deze regio kampen al met langdurige droogte en die wordt nog eens verergerd door de winning van schaliegas. Vooral voor ‘fracking’, het breken van gashoudende gesteentes vraagt grote hoeveelheden water.

‘Uit schattingen van de Verenigde Naties blijkt de behoefte aan zoet water de komende decennia met 50 procent zal stijgen als gevolg van de groei van wereldbevolking en welvaart’, zegt Betsy Otto, directeur Water van het World Resources Institute (WRI). ‘Tegelijkertijd moeten we rekening houden met veranderingen in neerslagpatronen als gevolg van klimaatverandering. Op dit moment heeft een miljard mensen geen toegang tot veilig drinkwater; bijna de helft van de bevolking heeft regelmatig te maken met watertekorten. Tekorten aan water bedreigen ook de voedselproductie. Wereldwijd komt bijna veertig procent van geïrrigeerde akkers. Als we niets doen, zullen de conflicten alleen maar groter worden.’

Betsy Otto is de drijvende kracht achter Aqueduct, een initiatief van het WRI om allerlei waterrisico’s wereldwijd in kaart te brengen. ‘Aqueduct lost de waterproblemen in de wereld niet op’, zegt ze, ‘wel is het een hulpmiddel – een ‘tool’ – om risico’s in kaart te brengen voor mensen die beslissingen moeten nemen, zoals de raad van bestuur van een grote onderneming of de regering van een land, dat minder inzicht heeft in zijn waterhuishouding dan jullie hier in Nederland. Het is een manier om de baaierd aan gegevens over water toegankelijk te maken voor mensen niet-experts. Met het dringende advies om wanneer je echt besluiten gaat nemen, toch een waterexpert in te schakelen.’

De verschillende kleuren op de waterkaart, van lichtgrijs tot donkerrood, zijn gebaseerd op twaalf indicatoren die betrekking hebben op kwantiteit (droogte, overstromingen), kwaliteit (mate van vervuiling) en op maatschappelijke risico’s die samenhangen met water, zoals wet- en regelgeving, media en de toegang tot veilig drinkwater voor de lokale gemeenschap. Otto: ‘Je kunt je voorstellen dat de bevolking niet blij is als de lokale vestiging van Coca Cola water onttrekt om zijn flesjes te vullen terwijl ze zelf veel geld moeten betalen voor drinkwater.’

De verwijzing naar Coca Cola komt niet helemaal uit de lucht vallen. Enkele jaren geleden verzette boeren in de Indiase deelstaat Kerala zich tegen het onttrekken van water door de plaatselijke Coca Cola-fabriek, omdat zij vreesden dat er niet genoeg zou overblijven voor hun akkers. De fabriek werd zelfs gesloten, hoewel Coca Cola met cijfers en modellen liet zien dat de onttrekking niet ten koste ging van de boeren.

Het bedrijf besloot vervolgens om de gegevens en modellen over waterrisico’s openbaar te maken en het WRI werd gevraagd om ze te toegankelijk te maken. Andere bedrijven, waaronder Procter & Gamble, General Electric en Dow sloten zich aan bij het initiatief en vormden samen de Aqueduct Alliance om het project te sponsoren. Ook Shell maakt er deel van uit. Volgens waterexpert Frank Niele van Shell heeft Aqueduct interessante technieken om waterrisico’s te visualiseren. Waarbij hij wel aantekent dat de indicatoren van Aqueduct niet voldoende zijn om de waterrisico’s voor Shell in kaart te brengen omdat het bedrijf ook brak en zout water gebruikt en niet allen zoet water.

De betrokkenheid van zoveel multinationals voedde in het begin de vrees dat de bedrijven Aqueduct vooral wilden gebruiken om hun eigen waterbelangen veilig te stellen. Die vrees is niet bewaarheid, omdat alle gegevens openbaar zijn, zodat niet alleen multinationals ze kunnen gebruiken, maar ook lokale gemeenschappen en maatschappelijke organisaties. Ook de Nederlandse en Zweedse overheid maken deel uit van de Aqueduct Alliance en sponsoren het project in het kader van ontwikkelingssamenwerking.

Inhoudelijke kritiek is er wel. Eerdergenoemde Frank Niele van Shell zet vraagtekens bij de data achter de kleurige kaarten en de Twentse hoogleraar Arjen Hoekstra noemt Aqueduct ‘snel, maar ook grof’ (zie kader Alternatieven). Betsy Otto is de eerste om te erkennen dat de wetenschappelijke basis onder de waterkaart wankel is. ‘Van veel gebieden zijn onvoldoende gegevens beschikbaar, vaak omdat ze er niet zijn, maar ook omdat gegevens over water in sommige landen van strategisch belang worden geacht.’

WRI werkt samen met universiteiten en kennisinstellingen om de onderliggende gegevens uit te breiden en te verbeteren. Daaronder sinds kort ook Deltares, een onafhankelijk kennisinstituut op het gebied van water, ondergrond en infrastructuur in Delft. Het gaat gegevens en modellen leveren voor het in kaart brengen van risico’s op overstroming. De eerste kaarten komen midden volgend jaar beschikbaar.

Hessel Winsemius van Deltares: ‘Momenteel maakt het WRI voor overstromingen gebruik van satellietgegevens: hoe vaak heeft het blank gestaan op plaatsen waar dat niet hoort. Dat zegt weinig over de ernst van een overstroming en de gevolgen ervan. Wij hebben een model ontwikkeld, waarmee je niet alleen het aantal maar ook de ernst van de overstroming in kaart brengt. Dat doen we door overstromingskaarten te koppelen aan gegevens over bevolking en economische waarde. Vervolgens koppelen we dat aan gegevens over klimaat, zodat we ook voorspellingen kunnen doen over toekomstig risico’s op overstromingen.’

Bedrijven sponsoren niet alleen het project, maar gebruiken het ook. McDonalds bijvoorbeeld stimuleert zijn ruim 350 grootste toeleveranciers in de Verenigde Staten om het gereedschap te gebruiken om hun waterrisico’s in kaart te brengen voor de ‘environmental score card’, die ze jaarlijks moeten invullen. Anheuser-Busch InBev, de grootste bierbrouwer ter wereld, gebruikt Aqueduct om te inventariseren wat de waterrisico’s zijn voor tientallen brouwerijen waarover ze wereldwijd beschikken en voor de boeren die de gerst leveren voor het bier. Die gegevens worden teruggekoppeld met de locatiedirecteuren. Die worden daar op afgerekend.

‘Die koppeling van gegevens op wereldschaal met kennis van lokale omstandigheden is essentieel bij water’, zegt Otto. ‘Je hoort wel eens dat water de olie is van de 21ste eeuw, maar dat is onzin. Bij waterrisico’s heb je aan de ene kant te maken met globale ontwikkelingen zoals klimaatverandering en indirect transport van water via goederen die de wereld over gaan. Aan de andere kant worden die risico’s in hoge mate bepaald door lokale omstandigheden, zoals weer en klimaat, geografie, landgebruik en waterbeheer. Nederland zelf is van dat laatste een extreem voorbeeld; zonder goed waterbeheer kunnen jullie hier niet eens wonen.’
ANDERE INITIATIEVEN

Aqueduct is niet het enige initiatief om de waterrisico’s – letterlijk – in kaart te brengen. Een alternatief is de ‘Water Footprint Assessment tool’ (WFA), die bedrijven in staat stelt hun mondiale watervoetafdruk in kaart te brengen en te evalueren op duurzaamheid. De watervoetafdruk is in eerste instantie ontwikkeld voor producten. Een katoenen T-shirt bijvoorbeeld heeft een voetafdruk van 2700 liter water.

De Twentse hoogleraar Arjen Hoekstra, ‘uitvinder’ van de watervoetafdruk is ook betrokken bij de ontwikkeling van de WFA-tool. ‘Die watervoetafdruk is de optelsom van het waterverbruik in alle stadia van productie. Op basis van onze gegevens kunnen we die afzonderlijke productiestadia herleiden tot geografische regio’s. Als we dat voor de belangrijkste producten uit die regio doen, kunnen we vaststellen wat de waterrisico’s in die regio zijn.’

Volgens Hoekstra is de WFA-tool op recentere en ook meer gedetailleerde gegevens gebaseerd dan Aqueduct. ‘De aantrekkingskracht van Aqueduct is dat het heel snel, maar ook grof inzicht geeft waar risico’s liggen. Onze WFA-tool geeft meer diepte door producten op alle onderdelen te screenen en ook de duurzaamheid van de productieketen te evalueren.’

De watervoetafdruk vormt ook de basis van het Water Risk Filter dat door het Wereldnatuurfonds wordt ontwikkeld, samen met de Duitse investeringsmaatschappij DEG, die zich vooral richt op ontwikkelingslanden. Evenals Aqueduct is het een ‘tool’, waarmee je snel de waterrisico’s in een bepaalde regio in beeld krijgt. Omdat het Water Risk Filter dezelfde basis gebruikt als het WFA-tool sluiten ze beter op elkaar aan.

Toch voorziet Hoekstra een combinatie van zijn WFA-Tool en Aqueduct. ‘We moeten niet met elkaar gaan concurreren. Het allerbelangrijkste is dat bedrijven zich er steeds meer van bewust worden dat de schaarste van water een risico is. Tegelijkertijd is de kennis van watermanagement vaak marginaal. Waar het om gaat is dat we hen zo goed mogelijk hulpmiddelen aanreiken om waterrisico’s in kaart te brengen en om producten te verduurzamen.’

Joost van Kasteren