Foto: Felix Kalkman

Foto: Felix Kalkman

‘Met alleen zon en wind kun je nog geen betrouwbare energievoorziening garanderen. Om de schommelingen in het aanbod op te vangen is gas de meest geschikte brandstof’, stelt Maria van der Hoeven, directeur van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) in Parijs. ‘Schaliegas is ook gas. Op voorwaarde dat je de milieueffecten kunt mitigeren is schaliegas dus ook een partner van duurzame energie.’

 

Het kantoor van Van der Hoeven kijkt uit op de Eiffeltoren. Op nog geen honderd meter van het IEA-gebouw klinkt het continue geroezemoes en geschuifel van voeten van honderden toeristen, die op weg zijn naar dit icoon van zowel de Franse als de Industriële Revolutie. Binnen in het anonieme gebouw heerst de serene rust van de internationale denktank, waar honderden, duizenden data uit de hele wereld worden geanalyseerd en verwerkt in modellen, die schetsen hoe vraag en aanbod van energie zich zouden kunnen ontwikkelen.

 

Van der Hoeven: ‘De economische ontwikkeling en de groei van de wereldbevolking leiden de komende decennia tot een stijging van de energiebehoefte met ruim dertig procent. Het grootste deel van die groei zal plaatsvinden in de opkomende economieën. In het tweede kwartaal van dit jaar hebben de opkomende landen voor het eerst meer  olie gebruikt dan de geïndustrialiseerde landen. Die trend zet door de komende jaren. In 2035 zullen de OESO-landen nog maar een derde van alle energie gebruiken; nu is dat nog ongeveer de helft.’

 

Vanwege de groeiende energiebehoefte in opkomende landen zullen handelsstromen zich gaan verleggen. Schaliegas speelt daarbij een belangrijke rol, omdat daardoor nieuwe producenten zich aandienen, zoals Midden- en Zuid-Amerika, Afrika en Australie. ‘Omdat de gevestigde monopolies verdwijnen, zullen de gasmarkten veel dynamischer worden. Voorlopig zie ik nog geen wereldmarkt voor gas ontstaan, zoals we die bij olie wel kennen, maar die dynamiek leidt er wel toe dat gasprijzen in de verschillende regionale markten (Noord- en Zuid-Amerika, Europa, Azie) meer naar elkaar toegroeien.’

 

Nu betalen Japan en Korea bijvoorbeeld nog 18-20 dollar per MBtu, terwijl afnemers in de Verenigde Staten – dankzij schaliegas – rond de 3-4 dollar betalen. ‘Die verschillen worden kleiner de komende jaren’, stelt Van der Hoeven. ‘Ik verwacht niet dat de langlopende contracten, zoals we die nu kennen, helemaal zullen verdwijnen, maar er zal daarnaast ook een spotmarkt ontstaan. De dagprijzen die daar betaald worden, zullen ongetwijfeld de prijs van de langlopende contracten beïnvloeden.’

 

Belangrijk voor prijsontwikkeling van aardgas in de verschillende regionale markten is de eventuele opheffing van het exportverbod in de Verenigde Staten. Volgens een recent verschenen rapport van Goldman Sachs zijn er inmiddels 20 aanvragen ingediend voor de bouw van LNG-terminals, bij elkaar voldoende capaciteit om 40 procent van de Amerikaanse gasproductie om te zetten in LNG voor export.

 

Van der Hoeven: ‘De druk om export toe te staan groeit vanwege de hoeveelheden geproduceerd gas in de VS en dus vanwege het economisch voordeel. Linksom of rechtsom worden de Verenigde Staten een belangrijke speler op het handelstoneel. Nu niet als koper, maar als verkoper van gas. Dat vertaalt zich nu al in de ombouw van installaties voor de ontvangst van LNG (vloeibaar gas) tot installaties voor de productie van LNG voor de export, zoals onder meer in Freeport (Texas) en Sabine Pass in Louisiana.’

 

De snelheid waarmee ontwikkelingen hun beslag krijgen, blijft Van der Hoeven overigens verbazen: ‘Als minister van Economische Zaken bezocht ik, in het kader van de Nederlandse gasrotonde, de belangrijkste gasproducenten, Qatar, Algerije. Daar kreeg ik te horen dat ze allemaal langlopende contracten hadden met de Verenigde Staten tegen een prijs die we nooit zouden kunnen of willen betalen. Dat is nog maar vier, vijf jaar geleden. En het mooiste is nog dat de Verenigde Staten toen al volop bezig waren met schaliegas. We hebben dat toen niet gezien, of in ieder geval niet voldoende serieus genomen.’

 

De beschikbaarheid van schaliegas en andere soorten onconventioneel gas (coal bed methane, tight gas) leidt niet alleen tot een verschuiving in handelsstromen, maar ook tot een verschuiving – een ‘game change’ – in de internationale concurrentieverhoudingen. Van der Hoeven: ‘De invloed van een lage gasprijs op het concurrentievermogen van een land of regio moeten we niet onderschatten. Je ziet nu al dat investeringen in energie-intensieve bedrijfstakken zoals ertsverwerking en basischemie toenemen in de Verenigde Staten. Dat zijn investeringen voor de lange termijn; die worden nu dus niet in Europa gedaan. In de komende World Energy Outlook, die in november verschijnt, besteden we extra aandacht aan de verschuiving in de internationale concurrentieverhoudingen.’

 

Waar Europa aarzelt, anticipeert China wel al op die verschuiving. Van der Hoeven: ‘Het is nu een gasimporterend land en zal dat nog wel een hele tijd blijven, maar het zet wel alles op alles om de eigen gasproductie te stimuleren. Voor de korte termijn gaat het vooral om ‘coal bed methane’, steenkoolgas, waar ze heel veel van hebben, maar voor de lange termijn wordt ook de ontwikkeling van de schaliegaswinning gestimuleerd. Dat is overigens nog niet zo eenvoudig, omdat de voorraden in afgelegen gebieden liggen, waar weinig water voorhanden is en een gasinfrastructuur ontbreekt. Op de korte termijn is winning waarschijnlijk niet rendabel, maar China staat erom bekend dat men altijd de lange termijn in het oog houdt.’

 

Je zou zeggen ‘Europa let op uw saeck’, maar voorlopig leidt schaliegas voornamelijk tot grote discussies in het Avondland. Van der Hoeven: ‘Landen als Groot-Brittannie, Polen en Oekraine zetten forse stappen met de winning van schaliegas. Bij de twee laatstgenoemde landen is dat ook ingegeven door de wens om minder afhankelijk te worden van Russisch aardgas. Iets dergelijks geldt ook voor Estland dat fors inzet op de ontwikkeling van schalie-olie. In geval van Groot-Brittannië streeft men vooral naar een zo breed mogelijke energiemix. Daar staan landen als Duitsland, Frankrijk tegenover waar je juist een beweging ziet de andere kant op, weg van schaliegas. Ook in Nederland zie je die aarzeling, om niet te zeggen weerstand tegen schaliegas. Dat heeft ongetwijfeld consequenties voor de energievoorziening en daarmee ook voor het concurrentievermogen van die landen, maar hoe dat uit zal pakken, valt nog niet te voorspellen.’

 

‘Volstrekte openheid en de zorgen van mensen serieus nemen’, dat is volgens Van der Hoeven de enige begaanbare weg om de scepsis over schaliegas weg te nemen. ‘In ons rapport ‘Golden rules for a golden age of gas’ dat vorig jaar verscheen, benadrukken we het belang van publiek vertrouwen. Veel van de angst voor schaliegas is het gevolg van niet-weten en ik zie het als een taak van industrie en overheid om heel precies te vertellen wat er gaat gebeuren, wat de risico’s zijn en wat er is en wordt gedaan om die risico’s te verkleinen. Inclusief het opstellen van regels en vooral ook de manier waarop die worden gehandhaafd. Verantwoorde winning verhoogt de kostprijs van schaliegas met circa 7 procent ten opzichte van conventioneel gas, dus daar hoef je het niet voor te laten. Maar je moet je beslissingen nemen op basis van feiten, niet van emoties.’

 

Van der Hoeven verwacht overigens niet dat schaliegas in Europa een even hoge vlucht zal nemen als in de Verenigde Staten nu al het geval is. Dat heeft te maken met verschil in geologie, verschil in bevolkingsdichtheid en verschil in eigendomsrechten. Toch is schaliegas ook voor Europa belangrijk als aanvulling op de slinkende voorraden aardgas. Van der Hoeven: ‘Aardgas is veruit de schoonste fossiele energiebron en is de komende jaren nodig voor de productie van elektriciteit als vervanger van steenkool en bruinkool.’

 

Die verschuiving is een van de vier beleidsmaatregelen, die de IEA onlangs publiceerde als onderdeel van het 4for2-scenario om het doel van maximaal 2 graden temperatuurstijging in beeld te houden (‘Redrawing the energy climate map’). Van der Hoeven: In de Verenigde Staten vindt die verschuiving al plaats. Dankzij goedkoop schaliegas halen ze moeiteloos de Kyoto-doelstellingen, terwijl ze het verdrag niet eens geratificeerd hebben. In Europa daarentegen gebeurt precies het omgekeerde. De schone aardgascentrales staan stil, terwijl de basislast elektriciteit wordt opgewekt met goedkope steenkool uit de Verenigde Staten. Dat is natuurlijk volstrekt in tegenspraak met de Europese klimaatdoelstellingen. Voor de transitie naar duurzame energie hebben we gas nodig, dus ook schaliegas.’

 

Gepubliceerd in: “Samen winnen, Verbreding van schaliegasdiscussie en handvaten voor besluitvorming”, Rathenau Instituut 5 september 2013.