Ondanks imponerende machines, die papier produceren met snelheden tot 120 strekkende kilometer per uur, verschilt het productieproces in essentie niet van de manier waarop in het begin van onze jaartelling papier werd gemaakt. Het begint met plantaardige vezels die met water tot een papje worden gemengd. Het papje wordt uitgesmeerd op een zeef en daarna geperst en gedroogd.

 

De allereerste papiermakers –Chinezen – gebruikten vezels uit de bast van de moerbeiboom. Toen de kunst van het papiermaken Europa bereikte, werden vooral lompen als grondstof gebruikt. Het gebruik van houtvezel (pulp) dateert pas van halverwege de negentiende eeuw. In eerste instantie werd vooral verse vezel (houtpulp) gebruikt, maar sinds de jaren vijftig is het aandeel gerecyclede houtvezel (oud papier) flink toegenomen.

 

In het Verre Oosten, met name in China, groeit de vraag naar oud papier sterk. Het land telt vele kleine papierfabrieken, die gebruik maken van eenjarige (non-wood) vezelgrondstoffen, zoals stro, riet en bamboe. ‘Fabrieken zijn klein en maken gebruik van verouderde technologie. Daarom moeten ze of dicht of schone technologie gaan gebruiken’, vertelt Michiel Adriaanse van het Kenniscentrum Papier en Karton. ‘Omdat China betrekkelijk weinig eigen houtvezel heeft, zowel vers als gerecycled, importeren die nieuwe papierfabrieken grote hoeveelheden oud papier.’

 

Er zit een zekere verdelende rechtvaardigheid in de export van oud papier naar China. Adriaanse: ‘Veel van de spullen die wij in China kopen zijn verpakt in papier en karton. Het is dus niet zo gek dat ze dat terughalen.’ Dat terughalen wordt nog eens vergemakkelijkt door het feit dat de containers waarmee onze computers en TV’s worden aangevoerd anders leeg terug zouden gaan. De transportkosten zijn daardoor zo laag dat je een container papier vanuit Rotterdam goedkoper naar Sjanghai (20.000 kilometer) kunt vervoeren dan naar München (800 kilometer).

 

De afgelopen tien jaar is de export van oud papier vanuit Europa naar het Verre Oosten meer dan verdrievoudigd tot meer dan 10 miljoen ton per jaar. Met circa een miljoen ton per jaar – ruim een derde van wat hier aan oud papier wordt ingezameld – is Nederland een van de grotere  leveranciers.

 

De groeiende vraag uit China leidt niet tot tekorten, zegt Rutger van Dijk van Vereniging van Nederlandse Papier- en kartonfabrieken. ‘In Europa is nog meer dan voldoende oud papier beschikbaar. Weliswaar importeert Nederland evenveel oud papier als het exporteert, maar dat heeft vooral te maken met de kwaliteit die gevraagd wordt. Voor tissues en krantenpapier heb je een andere kwaliteit nodig dan voor karton.’

 

Uit een recent rapport van de ERPC, de Europese raad voor ‘recovered’ papier, blijkt bovendien dat er nog veel meer papier ingezameld kan worden. In Nederland ligt het percentage op ingezameld papier boven de 80 procent. Voor de Europese Unie is het gemiddeld 70 procent, maar in meer dan de helft van de lidstaten ligt het onder de 60 procent. Met afspraken over standaarden, onderzoek en voorlichting probeert de papierindustrie de inzameling van ‘paper for recycling’ op te krikken naar Nederlandse niveaus.

 

Alternatieve vezelgrondstoffen voor papier en karton zijn nog maar mondjesmaat voorhanden. Voor een deel heeft dat te maken met het feit dat de technieken om papier en karton te maken de afgelopen anderhalve eeuw zijn geoptimaliseerd op basis van verse en later ook gerecyclede houtvezels. Dat maakt het inpassen van alternatieve vezels van stro, hennep of andere eenjarige gewassen lastig. Adriaanse: ‘Je kunt een koe wel bananenschillen geven, maar dan kun je niet verwachten dat ze nog evenveel melk geeft van dezelfde kwaliteit. Hetzelfde geldt voor papier. Je kunt niet zomaar andere vezels gebruiken in een uitontwikkeld proces.’

 

Voor een deel wordt de geringe beschikbaarheid van alternatieve vezelgrondstoffen ook veroorzaakt doordat het overgrote deel van de reststromen uit de landbouw wordt hergebruikt als bodemverbeteraar of als veevoer. Tarwestro bijvoorbeeld wordt deels ondergeploegd en deels afgezet als bedding voor paarden en varkens. Als gevolg daarvan is de prijs vaak te hoog om aantrekkelijk te zijn als grondstof voor papier.

 

Dat de Nederlandse papier- en kartonindustrie toch experimenteert met alternatieve vezels, zoals tomatenstengels en natuurgras (zie kaders) heeft volgens Adriaanse vooral te maken met het streven om reststromen beter te benutten en zo de ‘voetafdruk’ te verkleinen. Toepassing van alternatieve vezels blijft echter beperkt tot ‘niches’, zoals een tomatendoos met tomatengeur, want, aldus Adriaanse: ‘Als je kijkt naar de grote afzetmarkten, zoals verpakkingen, krantenpapier en tissues is een volwaardig alternatief voor de verse of gerecyclede houtvezel nog niet voorhanden.’

 

 

Papierindustrie in cijfers

 

De 23 papierfabrieken in Nederland produceren jaarlijks 2,7 miljoen ton papier en karton, waarvan het overgrote deel (2,1 miljoen ton) wordt geëxporteerd. Ruim zestig procent bestaat uit verpakkingspapier en –karton. De rest is kranten- en grafisch papier (35 procent) en sanitair papier (4 procent). Van de grondstoffen is 82 procent oud papier en 18 procent verse vezel. Die verse houtvezel komt voor het overgrote deel uit het buitenland, voornamelijk uit Scandinavië en Noord- en Zuid-Amerika. Slechts een papierfabriek maakt gebruik van in Nederland geproduceerd hout (Flevohout) voor de productie van vouwkarton.

 

 

Grassbox

 

Het verst gevorderd met alternatieve vezelgrondstoffen is Solidpack in Loenen, een middelgroot bedrijf dat verpakkingen maakt voor met name levensmiddelen. Medio april opent het een proeffabriek voor de productie van karton uit gras, dat afkomstig is uit natuurgebieden. Volgens commercieel directeur Mark Breugelmans is bewust niet gekozen voor weidegras,  omdat het bedrijf uit de buurt wil blijven van welke voedingsbron dan ook. De uit gras geïsoleerde vezels zullen worden gebruikt voor de middelste laag van verpakkingskarton dat uit drie lagen bestaat. Ongeveer een kwart van de totale productie van het bedrijf (60.000 ton) zal straks grasvezels bevatten.

 

 

Tomatendoos

 

De tomatendoos wordt gebruikt voor het verpakken van tomaten en is deels gemaakt van tomatenstengels. Voorlopig gaat het om een test, vertelt Maurits Rijpkema van Smurfit Kappa in Groningen. ‘We onderzoeken de mogelijkheden om de vezel op industriële schaal te verwerken tot karton.’ Daarbij doen zich nog wel een paar vragen voor. Zo komen de stengels alleen in een  korte periode in december beschikbaar als de tuinders hun planten opruimen. Transport is relatief duur, omdat de stengels voor 90 procent uit water bestaan. Ook bevatten ze geleideclipjes, touw en andere ongerechtigheden. Of er überhaupt brood zit in de tomatenstengel hangt mede af van de vraag of ook de andere bestanddelen, met name de plantensappen, verkocht kunnen worden.

 

 

Toiletpapier

 

Het klinkt als een foute grap, hergebruik van toiletpapier, maar toch doen de waterschappen  onderzoek naar de mogelijkheden om de vezels van toiletpapier terug te winnen uit afvalwater en opnieuw te gebruiken. Jaarlijks spoelen we per persoon een kleine 15 kilo toiletpapier door de WC. Uit een proef bij de afvalwaterzuivering in Blaricum blijkt dat je ongeveer de helft van de papiervezels eruit kunt zeven met een hele fijne zeef. De resterende zeefkoek bevat 80 procent cellulose. Technisch zou je er papier van kunnen maken, zegt Cora Uijterlinde van STOWA, de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer, maar vanwege de maatschappelijke acceptatie, of beter het gebrek daaraan, richt het onderzoek zich op andere toepassingen zoals bioplastic en als ‘afdruipremmer’, een middel om ontmengen van asfalt tegen te gaan.

 

 

Bamboepapier

 

In China, bakermat van de papierfabricage, wordt bamboe al sinds de tweede eeuw gebruikt om papier van te maken. Het wordt in Nederland geïmporteerd door 3P Papier in Bussum, maar de hoeveelheden zijn gering, ongeveer 80 ton per jaar. Eigenaar Gerard Looijen: ‘We zouden wel meer willen importeren, maar er is maar een fabriek in China die papier levert van voldoende kwaliteit zonder het milieu te belasten. We zijn wel van plan om pulp te importeren om er in Nederland papier van te maken. ’ Overigens ziet Looijen geen biologische of technische belemmeringen om op termijn ook in Nederland bamboe te telen.

 

 

Gaiakraft

 

Een buitenbeentje onder de papiersoorten is Gaiakraft. Eigenlijk is het helemaal geen papier. Het is fijngemalen steen – bouwafval bijvoorbeeld – dat met een niet-giftige polyethyleenhars bij elkaar wordt gehouden. ‘Boomvrij dus’, zegt Marc Heddes van importeur Gai-concepts. ‘Bovendien gebruiken we geen water bij de productie ervan.’ Het Gaiakraft of ‘stonepaper’ wordt gemaakt in een fabriek in Taiwan. Het is ‘waterproof’ en daarmee geschikt voor bijvoorbeeld kaarten en reisgidsen. Mocht de reisgids per ongeluk achterblijven in de natuur, dan is er geen man overboord. Het materiaal wordt geleidelijk afgebroken onder invloed zonlicht, regen en bacteriën.

 

 

Stro

 

Tot in de jaren zeventig werd tarwestro in Nederland verwerkt tot karton. De industrie verdween vanwege de hoge milieubelasting. In Canada is sinds kort papier te koop gemaakt van stro. Het wordt – alleen daar – geleverd door Prairie Pulp & Paper, een bedrijf van  onder meer acteur en regisseur Woody Harrelson. Enkele jaren geleden concludeerde het onderzoekscentrum ECN dat vezels uit stro gewonnen kunnen worden met een mengsel van organische oplosmiddelen zoals alcohol of aceton (organosolv-proces). Vanwege de hoge prijs van stro heeft dat tot op heden geen vervolg gekregen.

 

 

Verschenen in Trouw op maandag 10 juni 2013